Koos Levy laat zich vooral inspireren door schilderijen van oude meesters. Daaruit pikt ze een detail en zet deze vlakke dimensie om in een ruimtelijke vorm. Maar ook op kanten kleedjes van de rommelmarkt, Japanse kimono’s, vissen in het water en op het bord, zeewier langs de kustlijn valt haar oog en ze verwerkt dit alles. En dus verlaten een bosje asperges, een bakje aardbeien, een schaaltje spruiten en een geopend blikje sardientjes de oven.
Dan zie ik een beeldje zonder volume dat zeker geen gebrek aan inhoud heeft. De voorkant van de lege poppenkast toont een gesluierde dame. Achter de geopende deurtjes als uitgespreide, uitnodigende armen schemert een naakte vrouw. Een stilzwijgende belijdenis van de rol waarin de vrouw zich nog maar al te vaak bevindt.
Ook uit Levy zich zonder dubbele bodem voor het pure plezier in een opgerolde egel, wuivend wier, krullend koraal en vissen in verschillende soorten en maten.
(Ontleend aan de recensie door Jurjen van der Hoek. Zie voor verdere gegevens Expositie/publicatie)