Aan de manchetten in Rembrandts portret van Oopjen Coppit (1634) kun je het uitzonderlijke vakmanschap van de meester aflezen. De meeste 17de-eeuwse schilders werkten hun manchetten met tekenachtige precisie uit in een doorschijnende verflaag, glacis. Of ze deden dat schetsmatig met dikkere verf. Rembrandt toont hier een dik opgezette manchet, maar wel met een goed zichtbaar patroon. Dat ontdekte ik al kijkend, vóórdat ik mijn eigen manchetten vorm gaf.
Manchetten van Oopjen
variërend van 10 tot 12 cm
Verhalende objecten
Neem contact op